woensdag 25 juni 2008

Het verhaal van Kevelaer



“ Bouw mij op deze plaats een kapelletje”

Kevelaer, eertijds een klein gehucht met maar enkele huizen en een
paar honderd inwoners had gedurende de dertigjarige godsdienst-
oorlog van 1618 tot 1648 heel wat te lijden van rondtrekkende troepen.
In 1635 plunderden Kroatische troepen, die aan katholieke zijde vochten
Kevelaer en doodden bijna alle inwoners. Ter nagedachtenis aan
deze gruweldaad werd een Kroatisch hagelkruis opgericht.

Een Gelderse koopman, Hendrich Buchman kwam regelmatig langs
dit kruis en knielde er om te bidden. In december 1641 hoorde hij een stem die hem toesprak : ”Op die plaats moet u voor mij een kapelletje bouwen”.
Een week nadien en later nog tweemaal gebeurde hetzelfde.
Kort na Pasen in 1642 kreeg zijn vrouw een nachtelijke verschijning
met in een helder wit licht een kleine kapel en daarin de afbeelding
van O.-L.-Vrouw van Luxemburg die tijdens de pestepidemie van 1
623 spontaan vereerd werd als “Troosteres der bedroefden”
Het echtpaar besloot om van hun schamel inkomen te sparen voor het bouwen van een kapel. Het verhaal van de wonderlijke gebeurtenis ging als een lopend vuurtje door de streek.
Op 8 september 1642 gebeurt een eerste mirakuleuze genezing van een verlamde.

Er komt een flinke toeloop van gelovigen en Kevelaer wordt een bedevaartplaats. In 1654 kregen de paters Oratorianen van Scherpenheuvel de pastorale zielzorg bij de bedevaarten en in 1654
kwam de huidige zeshoekige kapel als een kopie van deze te Scherpenheuvel tot stand.


Zoals iedere bedevaarder bezochten wij de Genadekapel, het juweel van deze pelgrimsstad, op een omsloten plein waar alle hoofdstratenvan de stad op aankomen. Het is alsof de wegen van de mensen er naartoe leiden.
In de genadekapel worden de verkondiging, de geboorte van Jezus en de bekroning van Maria voorgesteld en onder het Kruis van Jezus, de bedroefde moeder.
Voor het Genadebeeld is een raam aangebracht opdat de mensen
van buiten af een blik op het beeld van de Moeder kunnen werpen en de blik van de Moeder volgt hen, de pelgrims, op hun wegen terug naar het leven van alle dag.